NS STATION
Ondanks de gunstige ligging aan de IJssel, die scheepvaartverkeer in alle richtingen mogelijk maakte, ontstond in Kampen halverwege de 19de eeuw een gevoel van dreigend isolement. Er waren slechts twee straatwegen naar Zwolle en naar Wezep, waardoor er nauwelijks verbindingen met het achterland waren. Na twintig jaar van onderhandelingen en plannen maken kreeg Kampen op 10 mei 1865 eindelijk de zo vurig gewenste aansluiting op “het grote Europese Spoorwegnet”.
De verbinding werd echter geen doorgaande spoorlijn, maar een verlenging van de spoorlijn Utrecht-Amersfoort-Zwolle van de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij. Kampen bood een “don gratuit” (schenking) van f 250.000,- aan voor deze verlenging, wat voor die tijd een aanzienlijk bedrag was. Als tegenprestatie eiste Kampen wel dat de N.C.S. elke doorlopende trein uit Utrecht naar Kampen zou laten rijden en vice versa.
Op verzoek van de bewoners van ‘s-Heerenbroek werd halverwege Zwolle de halte Mastenbroek aangelegd. Het station in Kampen werd bij de IJsselbrug gebouwd, compleet met een spoorsteiger voor goederenoverslag. Het goederenvervoer op het Kamperlijntje kwam vooral in de jaren zestig tot bloei vanwege de aanvoer van bouwmaterialen en landbouwwerktuigen voor de Flevopolders, en vice versa voor de afvoer van vlas uit deze polders.
In 1997 werd het goederenvervoer definitief gestaakt. Het stationsgebouw herbergt nog steeds rijke versieringen, mogelijk onder een pleisterlaag, die zijn geschilderd door de Kamper decoratieschilder Egbert Jan Bruins (1869-1933).